top of page
  • Lambregts & Robben

Nieuwe factuurvermelding bij werken in onroerende staat

Zelfstandigen die actief zijn in de bouw herkennen ongetwijfeld de problematiek rond BTW bij werken in onroerende staat. Dat kan onder bepaalde voorwaarden 6% zijn, dat kan 21% zijn en dat kan ook vaak met medecontractant zijn, dus met verlegging van BTW. Niet altijd eenvoudig dus. En vooral, wie is aansprakelijk indien foutieve facturen worden opgemaakt?


De vraag of er 6% of 21% BTW moet aangerekend worden bij werken aan bestaande woningen voor particulieren werd eerder in 2022 opgelost. Het volstaat dat de aannemer de juiste vermelding op zijn factuur zet om de aansprakelijkheid over de juistheid van het BTW-percentage bij de klant te leggen. Niettemin blijft het aangewezen om dit steeds in overleg met de klant te doen.


Verlegging van BTW

Anders dan bij particulieren is het factureren aan BTW-belastingplichtigen eenvoudiger. Geen BTW te rekenen en een eenvoudige vermelding “BTW verlegd” volstaat. Deze regeling geldt uiteraard enkel indien de klant BTW-plichtig is en dus periodieke aangiften indient.


Echter, vanaf 1 januari 2023 is de vermelding “BTW verlegd” niet meer voldoende. Het is nog steeds correct om geen BTW aan te rekenen maar het factuur dient verder een verplichte vermelding te bevatten:


“Verlegging van heffing. Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand na de ontvangst van de factuur, wordt de afnemer geacht te erkennen dat hij een belastingplichtige is gehouden tot de indiening van periodieke aangiften. Als die voorwaarde niet vervuld is, is de afnemer ten aanzien van die voorwaarde aansprakelijk voor de betalingen van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten” (nieuw art. 20, §3 KB nr.1).


Daar waar het in het verleden nog mogelijk was om ten onrechte verlegging van heffing toe te passen, wordt dit met deze vermelding uitgesloten. Op deze manier wordt, net zoals bij de particulieren, de aansprakelijkheid bij de klant gelegd.


Kleine ondernemingen

Indien werken in onroerende staat dienen gefactureerd te worden aan kleine ondernemingen die geen periodieke BTW-aangiften indienen verandert er niets. In dit geval moet steeds 21% BTW aangerekend worden. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor landbouwondernemingen.

bottom of page