Liquidatiereserve hervormd: Sneller aan je geld, maar tegen een hoger tarief
- Lambregts & Robben
- 5 dagen geleden
- 3 minuten om te lezen
Als kmo-ondernemer die via je vennootschap fiscaal voordelig geld opzijzet in een liquidatiereserve, sta je voor een belangrijke keuze. Vanaf 1 juli 2025 treedt een nieuwe regeling in werking die het mogelijk maakt om deze reserves sneller uit te keren, maar wel tegen een iets hogere belastingdruk.
Sneller aan je geld via de liquidatiereserve
Sinds 2014 kunnen kmo-vennootschappen jaarlijks een deel van hun winst reserveren in een zogenaamde liquidatiereserve. Dit is een soort spaarpot waarmee je jezelf later op een fiscaal gunstige manier een dividend kunt uitkeren. Bij het aanleggen van die reserve betaal je 10% extra vennootschapsbelasting, maar in ruil geniet je bij uitkering van een verlaagde roerende voorheffing. Wacht je tot de vereffening of stopzetting van je vennootschap, dan is er zelfs helemaal geen roerende voorheffing verschuldigd.
Tot nu toe gold een wachttermijn van vijf jaar: wie zijn liquidatiereserve nĆ” die termijn uitkeerde, betaalde slechts 5% roerende voorheffing. Dat resulteerde in een totale belastingdruk van 13,64%. Bij vervroegde uitkering binnen die vijf jaar liep het tarief op tot 20%.
Wat verandert er vanaf 1 juli 2025?
In uitvoering van het federale regeerakkoord worden de regels voor de liquidatiereserve en het zogenaamde VVPR-bis-regime (een andere fiscale gunstregeling voor dividenden) geharmoniseerd. Concreet wordt de wachttermijn voor beide systemen ingekort tot drie jaar. Dat betekent dat je vanaf 1 juli 2025 liquidatiereserves al na drie jaar kunt uitkeren in plaats van vijf.
Maar er is een keerzijde: de roerende voorheffing stijgt van 5% naar 6,5%. Dat brengt de totale belastingdruk op 15% ā hetzelfde tarief als onder het VVPR-bis-systeem.
Keuzemogelijkheid voor bestaande reserves
De hervorming geldt niet alleen voor nieuw aan te leggen liquidatiereserves. Ook bestaande reserves komen in aanmerking voor versnelde uitkering, mits ze op 1 juli 2025 minstens drie jaar oud zijn. Je krijgt dan de keuze:
Of je houdt vast aan de oude regeling en wacht vijf jaar, zodat je 5% roerende voorheffing betaalt.
Of je kiest voor het nieuwe systeem en laat de uitkering al na drie jaar plaatsvinden tegen 6,5%.
Een voorbeeld: je vennootschap legde in 2020 een liquidatiereserve aan. Vanaf 1 juli 2025 is deze drie jaar oud en mag je ze dus uitkeren tegen 6,5%. Maar wacht je nog zes maanden tot 1 januari 2026 ā wanneer de termijn van vijf jaar vol is ā dan betaal je slechts 5%. Een verschil van 1,36% belasting, dat op grotere bedragen aanzienlijk kan zijn.
Rekenvoorbeeld
Je vennootschap legde in 2019 een reserve van 10.000 euro aan. Bij aanlegging betaalde je vennootschap 10% belasting (1.000 euro). Bij uitkering na vijf jaar betaal je 5% roerende voorheffing op het brutobedrag van 10.000 euro (500 euro). Dan houd je 9.500 euro over, terwijl het je vennootschap in totaal 11.000 euro heeft gekost. De totale fiscale druk: 13,64%.
Bij een uitkering na drie jaar tegen 6,5% houd je netto 9.350 euro over. De belastingdruk loopt dan op tot 15%.
Is sneller uitkeren dan zinvol?
Of sneller uitkeren zinvol is, hangt af van je concrete situatie. Heb je het geld dringend nodig, dan is de nieuwe regeling interessant: je kunt sneller aan je geld, en het tarief blijft gunstiger dan de gewone dividendbelasting van 30%. Heb je het geld echter niet onmiddellijk nodig, dan loont het de moeite om te wachten tot de vijf jaar verstreken zijn. Zo bespaar je 1,36% belasting.
Een bijkomende kanttekening: je moet steeds de oudste liquidatiereserve eerst uitkeren. Je kunt dus niet kiezen om die van 2021 eerder uit te keren dan die van 2020, als deze laatste nog niet is uitbetaald.
Voorwaarden bij dividenduitkering na 1 juli 2025
Wil je vanaf 1 juli 2025 een liquidatiereserve uitkeren volgens het nieuwe systeem, dan is een bijkomende algemene vergadering vereist. De gewone jaarlijkse algemene vergadering vindt meestal vóór 30 juni plaats. Je mag het dividend voor een versnelde uitkering dus niet op die vergadering toekennen, want dan geldt het oude ā en hogere ā tarief van 20%, zelfs als de uitbetaling pas na 1 juli gebeurt. De datum van toekenning is immers bepalend voor het tarief.
Nieuw regime voor toekomstige reserves
Voor liquidatiereserves die vanaf 1 januari 2026 worden aangelegd, geldt uitsluitend de nieuwe regeling: een wachttermijn van drie jaar en een roerende voorheffing van 6,5%. De oude regeling met vijf jaar wachten en 5% belasting verdwijnt dan volledig.
Conclusie: Raadpleeg je accountant
De hervorming van de liquidatiereserve biedt je als kmo-ondernemer meer flexibiliteit, maar vereist ook strategisch denkwerk. Wil je sneller geld uit je vennootschap halen, dan biedt het nieuwe regime vanaf juli 2025 een aantrekkelijker alternatief dan vroeger. Maar wie nog even geduld heeft, kan fiscaal voordeliger uitkeren.
Comments